Op deze pagina vind je een filmpje met uitleg over de persoonsvorm tegenwoordige tijd. Onder het filmpje vind je schriftelijk uitleg over de persoonsvorm tegenwoordige tijd. 

Tegenwoordige tijd

Als de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd staat, zijn er maar drie mogelijkheden. 

 

  • ik-vorm
  • ik-vorm+t 
  • hele werkwoord/wij-vorm 

 

  • ik loop 
    • ik-vorm
  • jij loopt 
    • ik-vorm+t
  • loop jij
    • ik-vorm
  • hij/zij/het/u loopt
    • ik-vorm+t
  • wij/jullie/zij lopen
    • hele werkwoord/wij-vorm

 

Jij in de tegenwoordige tijd

De lastigste vervoeging van de werkwoordspelling in de tegenwoordige tijd is 'jij'. 

  • jij loopt  
    • jij staat voor de persoonsvorm
    • dus: ik-vorm+t 
  • loop jij
    • jij staat achter de persoonsvorm
    • ik-vorm

 

Bij de meeste werkwoorden kun je dit horen, bij sommige woorden is het lastiger, omdat ze op een 'd' eindigen, dan hoor je het niet. 

 

  • jij loopt - loop jij
  • jij rent - ren jij
  • jij kijkt - kijk jij
  • jij verbrandt - verbrand jij
  • jij wordt - word jij
  • jij laadt - laad jij

 

Let op: soms wordt 'je' gebruikt in plaats van 'jij'. De betekenis is hetzelfde in de volgende voorbeelden.

  • je loopt
    • je: jij
  • je rent
    • je: jij
  • je valt
    • je: jij

 

Soms betekent 'je' iets anders dan 'jij', kijk maar in de volgende voorbeelden. 

  • je broer loopt 
    • je broer - jouw broer - hij
  • je zus rent
    • je zus - jouw zus - zij
  • je oma wordt negentig 
    • je oma - jouw oma - zij

 

Voorbeelden tegenwoordige tijd

In de onderstaande zinnen kun je nogmaals kijken naar werkwoorden in de tegenwoordige tijd.

worden

  • ik word
  • jij wordt
  • word jij
  • hij/zij/het/u wordt
  • wij/jullie/zij worden

smurfen

  • ik smurf
  • jij smurft
  • smurf jij
  • hij/zij/het/u smurft
  • wij/jullie/zij smurfen

Maak jouw eigen website met JouwWeb